route: wandelingen door vlak tot glooiend terrein met kleine hoogteverschillen. Per wandeldag wordt ca. 15-20 km en op de fietsdag ca. 55 km afgelegd.
groep: minimaal 5 / maximaal 12 reizigers.
Door het ongerepte oerbos van het Nationale Park Biebrza
Het noordoosten van Polen is een magnifieke regio voor een wandelvakantie: vanwege de combinatie van natuur en boerenlandschap, en ook door de slechts matige hoogteverschillen. Dit gebied, dat geologisch gezien gevormd werd tijdens de laatste ijstijd, is uniek in Europa. In de mooie glooiende omgeving, waar waterrijk landschap en kleinschalige landbouw elkaar afwisselen, liggen uitgestrekte natuurgebieden, die niet of nauwelijks door de mens zijn aangetast. Zo ligt daar niet alleen het grootste en best bewaard gebleven laaglandmoerasgebied van Europa: het Biebrza-moeras, maar ook het laatste stukje Europees oerbos: dat van Bialowieza. Beide streken zijn bekend om hun enorme vogelrijkdom. Maar ook dieren als de eland, de bever en de otter komen er nog veel voor. En zelfs de wolf is nog niet uit het gebied verdreven!
Wandelen, kanoën, cultuur
Het dunbevolkte gebied leent zich heel goed voor vele mooie wandelingen. De tochten voeren over fraai en afwisselend terrein met indrukwekkende natuur, charmante dorpjes en kleinschalig boerenlandschap. We wandelen afwisselend door bos en open landschap en varen met een kano over de rivier de Netta. We gaan met een lokale gids op zoek naar wisenten (Europese bizons). En om de cultuur niet te vergeten: we bezoeken enkele kleine oude orthodoxe kerkjes. Een reis van flora en fauna, natuur en cultuur.
Dag 1
Vertrek in de middag per internationale trein vanuit Deventer. In Duitsland reizen we via Berlijn naar Kostrzyn of Szczecin in het uiterste westen van Polen. Daar stappen we over op de directe nachttrein naar Warschau. Er wordt geslapen in 6-persoons couchettes.
Dag 2
Na aankomst in Warschau reizen we verder per minibus naar het diep in het bos gelegen dorpje Bialowieza, een dorpje dat haar naam heeft gegeven aan één van de laatste oerbossen van Europa. Onderweg komen we door kleine dorpjes met houten huisjes en orthodoxe kerkjes.
Dag 3
Wandeling (ca. 15 km/5 uur). In de vroege ochtend neemt een lokale gids ons mee diep het oerbos in waar zonder officiële gids niemand mag komen. Soms lijkt het bos een ware jungle door de vele omgevallen woudreuzen. We zien de overblijfselen van een enorme woudreus. Het gat in het kronendak dat die boom naliet toen die met donderend geweld het loodje legde, is reeds langgeleden weer gevuld. Op zijn overwoekerde en vermolmde lichaam staat een nieuwe generatie boompjes keurig in een rijtje. De vele dode bomen, sommigen met een diameter van meer dan een meter, vormen een ideale biotoop voor o.a. spechten en uilen. Overal om ons heen zijn bomen vol gaten en hier en daar ontdekken we een spechtensmidse. De bomen hebben een enorme hoogte. De stamvoeten zijn veelal zwaar bemost en de ondergroei is weelderig zoals het in een bos eigenlijk hoort te zijn. Er is kans op wroetsporen van wilde zwijnen en prenten van wolven te ontdekken. Voor de vogelkenners: enkele leuke soorten planten die we tijdens de voorjaarsreis kunnen verwachten, zijn de withalsvliegenvanger, de kleine vliegenvanger, de taigaboomkruiper en de draaihals. In de middag is er voldoende tijd om zelf of met de groep de zeer uitgestrekte en gevarieerde bossen rondom Bialowieza te verkennen, te voet of met een huurfiets. Tijdens de najaarsreis, wanneer de bronstijd van de edelherten juist begint, zullen we iets later het oerbos in gaan, zodat we mogelijk het burlen kunnen horen.
Dag 4
Wandeling (ca. 15 km/5 uur) met een boswachter, op zoek naar de laatste wisenten (bizons) van Europa. Deze Europese bison komt hier nog in het wild voor. De boswachter weet waar deze grote dieren zich globaal ophouden, waardoor de kans groter wordt ze te zien, maar garanties bieden we niet. Na het ontbijt laten we Bialowieza achter ons en gaan we met de bus richting de noordelijker gelegen Biebrzamoerassen. Onderweg brengen we een bezoek aan een uit de 17de eeuw stammende houten moskee. Al in de 16de eeuw vestigden zich hier moslims (de Polen spreken van Tataren), nadat ze hadden meegevochten aan de zijde van de Poolse koning. Tot op de dag van vandaag vinden we hier nog een Tataarse gemeenschap. We kunnen ons tegoed doen aan enkele typische Tataarse lekkernijen. Aan het eind van de dag komen we aan bij ons volgende onderkomen: een kleine voormalige boerderij, heerlijk rustig gelegen op het platteland bij het gehucht Wolka Karwowska, niet ver van de Biebrzamoerassen.
Dag 5
Na een goed en stevig ontbijt maken we ons op voor een zeer gevarieerde wandeling (ca. 20 km/6 uur) door het Czerwone Bagno, het ´rode moeras´. Hier kunnen we wandelend tot diep in de Biebrzamoerassen doordringen. De tocht gaat afwisselend door drassige venen en over kurkdroge duinen. Sporen en uitwerpselen verraden de aanwezigheid van o.a. de eland en de wolf. In de avond bij een kampvuurtje, en wellicht onder het genot van een glaasje wodka, valt er nog heel wat na te praten.
Dag 6
Ochtendwandeling (ca. 8 km/ 2,5 uur) over slingerende karrensporen en graspaden door kleinschalig boerenlandschap en bossen naar het Meer van Drestwo. Bij het Drestwomeer aangekomen gaat de tocht verder per kano. We volgen de oever van het meer en varen het riviertje de Jegrznia op. Onderweg ziet u mogelijk sporen van bever- en otteractiviteiten. We varen de uitgestrekte rietvelden in nabij de Biebrzamoerassen. Na ca. 12 km, vlak voordat het riviertje in het eindeloze moeras uitmondt, worden we opgehaald. We kunnen naar keuze terugwandelen naar de boerderij of terugrijden met de kano-verhuurder.
Dag 7
Het Suwalki Landschapspark is ruim 6.000 ha groot en is één van de meest pittoreske gebieden van Polen. De talloze meren, het reliëf (de heuvels zijn tot ca. 300 meter hoog) en grote keien zijn de zichtbare sporen van de enorme krachten die de laatste ijstijd op het landschap uitoefende. Het gebied bestaat uit bossen, velden en bloemrijke valleien met af en toe een dorpje. Oude boerderijen en watermolens geven het landschapspark een speciaal karakter. We zullen hier naar hartelust wandelen over gemarkeerde en ongemarkeerde paden (ca. 17 km/5 uur).
Onderweg naar het Suwalki Landschapspark komen we door het stadje Augustow waar we eerst nog even kunnen rondstruinen op de lokale markt. Augustow is een leuk stadje dat ook haar naam heeft gegeven aan het meest uitgestrekte bosgebied van Polen: de Puszcza Augustowska en het kanaal van Augustow, gegraven aan het begin van de 19de eeuw. Dit kanaal is een indrukwekkend waterwerk van ruim 100 kilometer lang dat een handelsroute mogelijk maakte vanuit het gebied van de Biebrza via de Baltische staten naar de Oostzee. Zo was men niet meer afhankelijk van de daarvoor gebruikelijke handelsroute door het vijandige Oost-Pruisen. In het idyllische kanaal, dat diverse meertjes en rivieren met elkaar verbindt, bevinden zich 18 sluisjes, alle met de hand bediend. Het kanaal staat op de nominatie voor de UNESCO lijst van Werelderfgoed.
Dag 8
Vanaf de boerderij maken we een gevarieerde fietstocht (ca. 55 km/4 uur) door voormalig Oost-Pruisen. De tocht gaat door kleinschalig boerenlandschap met uitgestrekte velden van voormalige staatsboerderijen. Maar ook door weelderige bossen, afgelegen boeren gehuchten en natuurlijk langs kraakheldere meren en kleine meanderende riviertjes.
Dag 9
Na het ontbijt rijden we terug naar Warschau, waar we nog even de tijd hebben om de stad te bezichtigen. In de avond stappen we weer op de trein naar Nederland.
Dag 10
In de loop van de middag keren we terug in Nederland en komt er een einde aan onze groepswandelreis.
Mooie reis: prachtige natuur en cultuur. Lekker sportief bezig al wandelend in de kano en op de fiets. Aangenaam reisgezelschap, goede reisleiding en mooie accomodatie in rustig natuurgebied. Kennis gemaakt met vriendelijke bevolking. Er werd heerlijk voor ons gekookt. Wat een verwennerij.
Astrid Talsma, reisperiode augustus 2024